vrijdag 27 maart 2020

Over vaders en andere beren op de weg

Met moeite til ik twee grote opbergboxen van de zolderkast af. Mijn schrijfverleden weegt zwaar! Ik snuffel (en nies) nostalgisch door kilo’s ‘lief dagboek’ schriften, volgeplakte schoolagenda’s, een dik pak vergeelde songteksten, lange penvriendbrieven, smachtende liefdesepistels en zelfs wat onbeholpen prozapogingen. Terugbladerend door mijn jeugdige pennenvruchten lijkt het zo logisch dat ik het schrijverspad op zou gaan. Maar zoals dat gaat in het echte leven, bleek het begin van mijn carrièrepad een kronkelige weg met veel omleidingen. Te beginnen met een wegversperring die mijn vader op mijn pad zette.

Roel Wijnants, Flickr


Eighties verantwoord

Ter verdediging van mijn vader (al dacht ik daar toen héél anders over): we praten over de jaren tachtig. Dat waren niet alleen de jaren van Dynasty, Duran Duran, fluorkleuren en megagrote schoudervullingen. Nederland had te maken met een economische crisis en grote werkloosheid en ik had te maken met een vader die ook nog eens bij de gemeentelijke Sociale Dienst werkte. Dagelijks zag hij de gevolgen van de crisis op zijn bureau en zijn dochter wilde na het VWO een studie Journalistiek doen! ‘Daar valt toch geen droog brood mee te verdienen? Je gaat maar een studie volgen met meer baankansen, ik wil je straks niet bij mij op kantoor terugzien als de zoveelste uitkeringstrekker.’ En ik? Ik was een brave puber -mijn zus puberde al meer dan genoeg voor twee- en koos eieren voor mijn vaders geld: een economische HEAO-studie.

Van het padje af

Achteraf gezien ben ik mijn vader eeuwig dankbaar voor zijn praktische, zij het wat botte, advies. Niet omdat ik na mijn afstuderen nou meteen een goede baan vond. De werkloosheid was onveranderd hoog dus werd ik even uitkeringstrekker (‘hoi pap!’) en startte vervolgens helemaal onderaan de commerciële ladder als secretaresse. Ik was mijn pa ook niet dankbaar omdat ik die studie nou zo boeiend had gevonden. Maar door zijn wegversperring sloeg ik wél een zijweg in die rechtstreeks naar de liefde van mijn leven leidde, medestudent Rob. En voor hém wilde ik met alle liefde een tijd van het (schrijvers)padje af raken. Overigens zijn we nog steeds gelukkig samen.

Beren op de weg

Net als de kriebels in mijn buik lieten ook mijn schrijfkriebels zich niet lang onderdrukken.
Naast mijn werk begon ik als vrijwilliger te schrijven voor goede doelen en dat smaakte naar meer. Toen de kans op mijn pad kwam om de afslag richting communicatie te nemen, greep ik die dan ook met beide handen aan. Eindelijk mocht ik schrijven en ik kreeg er nog geld voor ook! Toch bleef er jarenlang iets knagen. Want mezelf een schrijver noemen? Nee, dat ging echt een stap te ver. Ik had immers niet het gebaande pad gevolgd? Ook al deed ik diverse cursussen, schreef ik me te pletter, kreeg ik lovende reacties van klanten en collega’s: ik zag mezelf niet als schrijver. Noem het ‘imposter syndroom’, noem het bescheidenheid en introvert zijn, of geef het beestje een andere naam. Deze versperringen, deze beren zette ik in ieder geval zélf op mijn weg en ik was de enige die ze ook weer uit de weg kon ruimen. Maar hoe? Afschieten is ook weer zowat…



Op het rechte pad

Verwacht je nu een blikseminslag of levensveranderende gebeurtenis waardoor ik plotseling het licht zag? Dan moet ik je helaas teleurstellen. Het inzicht kwam geleidelijk door (kilo)meters te maken. Artikelen, interviews en columns te schrijven. Dikke rapporten en dunne glossy’s vol te tikken. Levensboeken te maken. Ontelbare folders, persberichten en webteksten te produceren. En het inzicht kwam ook met het ouder worden. Het shotje testosteron dat vrouwen van een zekere leeftijd cadeau krijgen, zal daar vast ook iets mee te maken hebben, vermoed ik zo. Ik begon mezelf vragen te stellen: hoezo ben ik geen schrijver? Waarom zou mijn naam niet onder dat artikel mogen staan? Waarom zou ík dat stuk niet kunnen schrijven? Hoe kan ik verwachten dat anderen mij als schrijver zien als ik mezelf al geen schrijver noem? Ik moest dus mijn eigen pad banen, mijn eigen beren schieten, en sinds een paar jaar doe ik dat vol overtuiging. Ik ben schrijver, en nog een goeie ook!